LABORATORIUM VOOR DE TUSSENTIJD

Observaties

door: Hieke Pars   datum: 20-03-2008
PT. Kokky - Een videoportret

 

PT. Kokky heeft een Hindoestaanse winkel aan de Paul Krugerlaan in Den Haag. De Paul Krugerlaan is een bekende winkelstraat in de wijk Transvaal en staat bekend om haar Hindoestaans/Indiase ondernemers. Kokky is naast winkelier ook groothandelaar, hij importeert en gaat naar China om z’n producten te laten produceren. Daarnaast heeft hij een internetwinkel en geeft hij adviezen op gebied van religie, meditatie en opvoeding. Zijn dochter heeft een winkel naast hem en verderop heeft een broer een winkel. Hun ondernemerschap kent een sterk informeel karakter en is nauw verbonden met de cultuur van de Hindoestaanse bevolking in Transvaal.

 

Als ik langs de winkel van Kokky loop lijkt het één grote kleurrijke uitdragerij. Op de stoep staan pannen, plantjes en andere producten uitgestald en aan de gevel hangen allerlei producten. Uit de winkel klinkt muziek. Mensen uit de buurt en van daarbuiten lopen de hele dag in en uit. Kokky is een begrip in de buurt. Er wordt gekocht maar ook om advies gevraagd. Het is een levendige plek van ontmoeting en uitwisseling van ervaringen en kennis en de laatste nieuwtjes. De winkel past goed in het karakter van een volkswijk met een open straatcultuur.

 

PT. Kokky geeft in zijn winkel tevens geestelijke en spirituele adviezen. Problemen van huiselijk geweld en met de opvoeding van kinderen worden bij hem besproken. In de winkel van Kokky komen Hindoestanen, maar ook Turkse en Marokkaanse bewoners van Transvaal.

 

Ondernemerschap als dat van Kokky - waar economische, sociale, culturele en religieuze zaken door elkaar heenlopen, en met een locaal en globaal karakter - speelt een belangrijke rol in Transvaal. Het maakt wezenlijk onderdeel uit van de identiteit van de wijk en de ondernemers zorgen voor een continuïteit in een omgeving waar veel afgebroken wordt en verdwijnt. Een reparatiewerkplaats, een koffiehuis en een autogarage zijn andere voorbeelden die wat dat betreft karakteristiek zijn voor wijken in transformatie.

 

De transformatie biedt de mogelijkheid om de bestaande regelgeving op het gebied van (informeel) ondernemerschap en ruimtegebruik kritisch te onderzoeken en zo mogelijk aan te passen. Op een experimentele wijze kan de functie en betekenis van dit deels verborgen sociale, religieuze, culturele en economische kapitaal tijdens de transformatieperiode versterkt en verder ontwikkeld worden.

 

Aan het begin van de Paul Krugerlaan valt me een groot bord op. Ondernemers worden uitgenodigd om mee te doen aan een gesubsidieerd initiatief van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling. Doel is om het oorspronkelijke uniforme gevelbeeld te herstellen. Zal de winkel van Kokky in het nieuwe straatbeeld passen? Voldoet zijn onderneming aan het nieuwe profiel van succesvol en gewenst ondernemerschap in wijken zoals Transvaal?

 

Transvaal juni 2007
door: Marjolijn Dijkman   datum: 20-03-2008
Mapping versus Ont-Mappen

Het eerste wat me opviel toen ik in Transvaal uit de tram stapte was een plek met wilde bloemen. Klaprozen, kamille, koolzaad en andere bloemen die ik zelden in de stad zie groeien. Het deed me denken aan het platteland. Dezelfde landelijkheid herkende ik, onderweg naar het kantoor van OpTrek, in een braakliggend terrein met twee rijtjes bomen; doordat de huizen waren verwijderd werd de straat alleen nog door bomen gemarkeerd. Op het platteland heb je vele wegen zonder aanliggende bebouwing. Ik besefte dat die oningevulde ruimte eigenlijk zelden te vinden is in de stad, waar elke vierkante meter kostbaar is en verhuurd, verpacht of openbaar onderhouden wordt. Deze lege ruimte is tijdelijk en het landelijke gevoel is een illusie, een imaginaire ruimte omgeven door hekken.

 

De grip die we als mens uitoefenen op onze omgeving en elkaar fascineert mij. Hoe verhouden we ons tot elkaar? Hoe organiseren en controleren wij elkaar? Hoe bakenen we onze ruimtes van elkaar af? De transformatie in de wijk maakt dat ruimte tijdelijk beschikbaar komt, doordat de sociale- en overheidscontrole gedeeltelijk wegvallen. Deze ruimte, dit gat in de planning, deze 'leegte', vind ik fascinerend. De tijdelijke ruimte in de wijk is eigenlijk niet 'leeg'. De ruimte wordt ingevuld door parasitaire of meer onderbewuste plannen en ingrepen. Ingrepen die, door hun kleinschaligheid, in het grote masterplan vaak niet worden ingecalculeerd. Ik vind het fascinerend om te zien hoe verbeelding en natuur tijdelijke landschappen creëren. Deze ruimtes stonden in contrast tot de vele projecten in de wijk waarin geprobeerd werd om mensen iets aan te leren of bepaalde processen te sturen.

 

Er woedde tijdens de Mapping-workshop een strijd in mijzelf. Het mappen deed me denken aan de oude etnografen die de wildernis ingingen om de mensen en hun gewoontes te onderzoeken, om het onbestemde in kaart te brengen. Ik vroeg me af wat ont-mappen zou kunnen betekenen. Zouden we onze invloed en controle op de wereld nog terug kunnen draaien?

 

Hoe kunnen we straks, als de nieuwbouw gerealiseerd is, ruimte overhouden voor verbeelding in Transvaal? Voor het oncontroleerbare? Ik dacht aan Sharjah in de Verenigde Emiraten. Waar in Nederland overal onkruid groeit als je even niet oplet, viel me op dat daar op de woestijnbodem alleen iets groeit als er letterlijk een lek in het systeem zit. Welke lekken in het nieuwe systeem van Transvaal zullen er ontstaan? Is het mogelijk om met voorbedachte rade ruimte vrij te maken voor het onverwachte?

figuur 1A: Energiesignatuur van de wijk in transformatie,
© Paul de Graaf
door: Paul de Graaf   datum: 14-12-2008
Ecologie van de transformatie

Dit verhaal gaat niet over plantjes of dieren in de stad, maar over mensen in hun omgeving en vooral over het systeem van relaties waar die mensen deel van uitmaken. Als we de stad bekijken als een ecosysteem dan is de mens daarin de belangrijkste deelnemer. Maar het werkelijke object van studie is het systeem van relaties, omdat we binnen dat kader het gedrag van mensen kunnen duiden. Juist bij de geplande transformatie van een wijk kan het interessant zijn om dit systeem te begrijpen, om vervolgens zo zorgvuldig mogelijk in te kunnen grijpen. Het is daarbij belangrijk om te bedenken dat een systeem een model is van de werkelijkheid en niet de werkelijkheid zelf, die veel rijker is, zoals de natuur meer is dan een schema van relaties en een organisatie meer dan haar organisatiediagram. De gedachten in dit stukje zijn dan ook vooral bedoeld om de blik te verruimen.

 

Complexiteit en signatuur

Als je in een laboratorium van drie dagen iets moet zeggen over alternatieve transformatiewijzen word je overvallen door de complexiteit van de opgave: armoede, vervuiling, vandalisme, oude woningen, kaalgeslagen buitenruimtes, dichtgetimmerde straten, bedrijvigheid die overlast veroorzaakt, maar ook allerlei vormen van interessante maar moeilijk te duiden activiteiten en levendigheid, dag en nacht. Theorieën uit de ecologie kunnen dan behulpzaam zijn.

De ecologie houdt zich bezig met het beschrijven van complexiteit: ecosystemen en hoe zij fungeren in tijd en ruimte. Een manier om ecosystemen te beschrijven is de energiesignatuur. Een systeem wordt gekarakteriseerd door er een denkbeeldige grens omheen te trekken en te kijken naar de uitgaande en inkomende energie. Die energie kan allerlei verschillende vormen aannemen: zon, beweging, voedsel, zaden, organismen, maar ook geld, informatie et cetera. Een energiesignatuur van een wijk als Transvaal kan een interessant licht werpen op de relaties tussen deze plek en de wereld om haar heen. Bijvoorbeeld de ecologisch gezien fragiele maar economisch belangrijke verbindingen van haar bewoners met de landen waar zij of hun ouders vandaan komen. Ook voor een toestand van transformatie kan een energiesignatuur verhelderend zijn. Een sterk versimpeld voorbeeld van zo'n energiesignatuur zou er uitzien als figuur 1A.

Gezien alle energie die de wijk in gebracht wordt om haar te verbeteren, is het opvallend dat een deel van de bewoners de wijk uitgaat, om er niet meer terug te keren. Niet uit vrije keuze, maar omdat het financieel niet meer mogelijk is (niet te verwarren met het komen en gaan van mensen die om uiteenlopende redenen willen verhuizen). Zou de manier waarop energie in de wijk wordt geïnvesteerd ook kunnen bijdragen aan het behoud en de restauratie van het sociale kapitaal ter plekke? (fig. 1B)

 

Transformatie, robuustheid en dynamisch evenwicht

In ecosystemen is permanent sprake van transformatie; de verschillende delen zijn aan constante verandering onderhevig, maar het systeem als geheel blijft ondertussen verbazend stabiel. Dit dynamisch evenwicht wordt gekenmerkt door zelforganisatie: relatief simpele onderdelen (bijvoorbeeld individuele organismen) vormen een complex maar geordend en stabiel geheel (fig. 2). Het systeem corrigeert zichzelf via 'negatieve feedback'; verstorende gebeurtenissen worden opgevangen door reacties van (andere) delen van het systeem. Die onderdelen vormen binnen het systeem subsystemen, die op kleinere schaal ook zelforganiserend zijn (te vergelijken met hoe een wijk is opgebouwd uit buurten, blokken, straten en huishoudens). Tot een zekere grens kan het systeem daarom verstoringen van buitenaf opnemen; dit wordt robuustheid genoemd. Hoe complexer een systeem, hoe robuuster. Als de opnamecapaciteit van het systeem echter wordt overschreden, volgen er dramatische veranderingen in het evenwicht, met grote gevolgen voor onderdelen van het systeem (zoals uitsterving van soorten). In dit licht is sloop en nieuwbouw een ingrijpende vorm van engineering in het ecosysteem van de wijk, die haar opnamecapaciteit wellicht te boven gaat.

 

Ecological engineering

Het huidige proces van sloop en nieuwbouw werkt als een zware medische operatie. Het bestaande weefsel, een onontwarbare kluwen van aanhoudende sociale, economische en ruimtelijke problemen, is ziek. Er wordt gesneden en verwijderd, en nieuw maar lichaamsvreemd weefsel toegevoegd. De gevolgen van de ingrepen worden zo goed en zo kwaad als het gaat opgevangen door de omliggende gebieden. De financiële onderklasse verhuist naar andere nog niet opgeknapte buurten. Het puin wordt afgevoerd en gedowncycled. Het sociale leven verplaatst zich of verdwijnt. Transformatie op meer bescheiden schaal (fig. 3) zou de openbare ruimte als verbindend medium tussen de onderdelen van het systeem intact laten, en daarmee de robuustheid van het sociale weefsel in tijden van verandering minder aantasten. Investeringen zouden zich meer kunnen richten op specifieke plekken die voor het systeem van belang zijn (archipunctuur) en zouden bestaande kwaliteiten kunnen versterken in plaats van alleen acute problemen op te lossen, in een proces van permanente transformatie - een dynamische evenwicht. Daarbij zou de nadruk moeten liggen op het versterken van relaties en uitwisseling tussen bewoners, woningvoorraad, bedrijvigheid en openbare ruimte (fig. 4), en niet alleen op het steunen van die onderdelen an sich: de ontwerper als ecological engineer van het stedelijk ecosysteem.